Hans Prummel van JCI Amsterdam Zuid
Naammaker
Hans is eigenaar van De Naamafdeling. Wat hij doet? Hij zorgt dat zijn klanten náám kunnen maken. Een merknaam, productnaam of bedrijfsnaam De Naamafdeling maakt het. Tevens zorgt Hans voor het merkrechtelijk-, linguïstisch- en domeinnaamonderzoek. Naammaker, een uniek beroep want het aantal bedrijven in Nederland dat namen maakt is op één hand te tellen.
Naammanie
Het creatieve brein van Hans Prummel draait overuren. Hij heeft last (zo zegt hij zelf) van een gezonde dosis beroepsdeformatie. Overal waar hij loopt, bij alles wat hij leest of hoort speelt zijn naammanie op. “Noem het een beroep, een vak of een gekte, maar een naam is echt belangrijk om bij stil te staan. Een goede naam verwoordt het concept of vertelt wat over het product. Een sterke naam zorgt voor een duidelijke positionering.”
Het geheim van de smid
“De kracht van een goede naammaker is kunnen associëren en combineren. De combinatie van taal, woorden en merken. Het is geen geheim maar meer een kunde die je in de loop der jaren ontwikkelt.” Ingrediënten van een goede naam zijn:
- Visie: dus niet Woonbedrijf, maar wel Stadgenoot
- Positieve associatie: dus niet EPO fietsen, maar wel Tulp fietsen
- Origineel: dus niet Vis & Zo, maar wel Blub
- Beperk jezelf niet: dus niet CDromland, maar wel Komp U ter Hulp
- Lekker bekken: dus niet Optifus, maar wel Geurneus
De rol van de naam
“Ik hoef niet exact te weten wat je doet, maar wel waaróm je het doet. Welke oplossing biedt je jouw doelgroep? De kunst is om écht op benefit-niveau te denken, denken vanuit de klantbehoefte.” Een wezenlijk onderdeel hierbij is de briefing, het bepalen van de uitgangspunten. Wat is de rol van de naam? Een bedrijfs- of conceptnaam heeft immers een hele andere lading dat een productnaam. “Een productnaam is vaak meer een omschrijving, met een bedrijfsnaam zit je hoger in de boom. Een product kan vervangen worden, een bedrijf moet langer mee gaan en dus breder ingezet kunnen worden.”
Geurneus
“Een merknaam bedenk je niet achter een bureau”, vertelt Hans. “Veel mensen denk vanwel, maar het bedenken van een sterke naam is een continu proces. Welke visie zit erachter en hoe komt die tot recht in de naam?” Een mooi voorbeeld is een recent project voor Havenbedrijf Amsterdam. Veiligheid is een belangrijk issue (zeker met de omringde woningbouw) en geur is een belangrijke indicator als er iets dreigt te gebeuren. Om die signalen binnen te krijgen wordt sinds kort gebruik gemaakt van een ‘e-Nose’, een compact meetinstrument. “Voor dit project heb ik de naam ‘GeurinZicht’ bedacht, met een knipoog naar de schippersuitdrukking ‘land in zicht’. De e-Nose werd omgedoopt tot ‘Geurneus’ wat al snel de associatie met speurneus oproept. Hier zie je meteen het verschil tussen een naam op product- en projectniveau.”
Visie
“Een goede naam verwoord het concept waar je voor staat. Een mooi voorbeeld is het project van vier jonge medewerkers van Ahold. Zij hebben een concept bedacht om voedselverspilling tegen te gaan. De gedachte is heel simpel: een appel met een bruin plekje verkoopt niet, maar van de rest van de appel kun je nog wel appeltaart maken. Zij zijn in Amsterdam een restaurant gestart waar gekookt wordt met goederen van lokale Albert Heijn vestigingen niet meer verkocht kunnen worden.” De naam ‘Instock’ is bedacht door De Naamafdeling. “Vertellen dat je een restaurant bent hoeft niet, iedereen ziet dat aan de buitenkant wel. Een naam die zegt waar je voor staat is veel krachtiger. Bovendien kun je deze naam ook nog voor andere activiteiten gebruiken die binnen dezelfde visie vallen.”
Auteur: Jet Donkers
Dit artikel verscheen in de december-editie van JCI MGZN van JCI Nederland